Rolstoelbus deel 2
Afronde fase van de afronde fase: de bus is er!
Ik eindigde mijn vorige blog in het dossier rolstoelbus met de hoopgevende woorden dat we in de afrondende fase van de besluitvormende fase zaten. Deze fase liet nog even op zich wachten, want ook dit werd weer een kwestie van maanden, mails, reminders en getouwtrek over wat er nou echt nodig was in de bus.
Er volgden weer bezoeken aan autobedrijven (niet per se mijn hobby); er waren bedrijven die bussen wilden reserveren, maar toch net niet lang genoeg; bussen die niet voldeden aan de eisen en vragen over trekhaken, gordelsystemen en ophangogen.
Na weer een busbezoek aan de andere kant van het land leek er een perfecte bus te zijn en er moest dus snel geschakeld worden. En, het is bijna ongelooflijk maar waar: het lukte! Er zou voor het einde van het jaar een toezegging voor de bus komen. Natuurlijk moesten de laatste aanpassingen nog besproken worden, er moest een definitieve offerte komen en getekend worden (op hoop van zegen, want ik had het geld van de gemeente nog niet) en moesten de fondsen op de hoogte worden gebracht. Vanaf dat moment was het duimen draaien, want zou het geld op het juiste moment op de juiste rekening staan?
Twee jaar na de start van het hele busverhaal, kon ik de bus dan echt ophalen. Met de vouwfiets twee uur in de trein, een klein beetje zenuwachtig om het hele stuk weer naar huis te rijden, en stiekem nog met enig ongeloof dat het nu echt zover was. Zou er een grote strik om de bus zitten of zo'n groot laken, net als in een film?
Bij de garage aangekomen stond de bus al klaar. Zonder strik en laken, wel nóg wat groter dan ik dacht. Zelfs met mijn 1.82m voelde ik me een kabouter naast de bus. Na de nodige administratie en nog wat uitleg over de bus was het de bedoeling dat ik in dit gigantische zwarte gevaarte weg zou rijden uit de showroom. Eerlijk is eerlijk, toch een beetje met knikkende knieën. Gelukkig was er onderweg tijd genoeg om te wennen. Wennen aan het gevoel als een vrachtwagenchauffeur rond te rijden, wennen aan het niet hebben van een tankklepje (dat was even zoeken, en lachen, bij het tankstation) wennen aan alle extra knopjes en wennen aan zo groot zijn. En dat voelde hartstikke stoer, maar ook verdrietig, en daar kwamen de tranen.
Na twee jaar mailen, vechten, bellen, mailen, uitleggen, schrijven, weer uitleggen, gejank, gesnotter, gebedel en heel vaak het bijltje erbij neer te hebben willen gooien was het ook een ontlading. Trots omdat het uiteindelijk gelukt was; verdrietig omdat het nou niet per sé mijn grote droom was om in een gigantische dikke milieuonvriendelijke dieselbus rond te crossen; dankbaar voor de fondsen die wilden meewerken en nog steeds verbaasd over hoe ik van ‘de gemeente doet niets aan rolstoelbussen’ naar dit punt ben gekomen. Dankbaarheid dat dit allemaal kan, en tegelijkertijd ook helemaal niet dankbaar willen hoeven te zijn. Ingewikkeld hoor!
Het voelt nog steeds onwerkelijk om te bedenken hoeveel uur er door de wijkcoaches, specialisten, de juridische afdeling, autohandelaren en mezelf aan dit verhaal zijn besteed en wat hier de totale kosten van zijn geweest, nog exclusief de haarverf voor de grijze haren. Het is natuurlijk heel logisch dat de gemeente niet met gulle hand rolstoelbussen in het rond strooit, maar er is een verschil tussen kritisch meedenken en kijken naar eigen mogelijkheden en de kont tegen de krib gooien en onwaarheden vertellen. Om het nog maar niet te hebben over de gemeentes waar de regels weer heel anders zijn en ouders nog steeds genoodzaakt zijn om te crowdfunden, koekjes te bakken en sponsorlopen te organiseren. Laat staan dat we heb hebben over ouders die de ‘nee’ van de gemeente voor waar aannemen en niet in bezwaar kunnen of durven te gaan tegen de gemeente, bang om iemand tegen de haren in te strijken en straks mogelijk andere zorg of hulpmiddelen niet te krijgen.
Bezwaar maken en in beroep gaan kost daarnaast veel tijd en energie. Tijd en energie die er, naast de gewone zorg die al ontzettend intensief is, niet is. Bovendien is het echt niet fijn om je hele hebben en houden maar op tafel te moeten gooien bij zowel de gemeente als fondsen. Het liefst wil natuurlijk niemand afhankelijk zijn van liefdadigheid. Uiteindelijk zal er vrijwel niemand ‘voor de leuk’ een bus aanvragen, en de complete financiële administratie door te nemen met alle fondsen, om maar dat hulpmiddel voor de deur te hebben staan.
Ik weet zeker dat als we vanuit samenwerking naar dit verhaal hadden gekeken en aan dezelfde kant van de tafel hadden gezeten in plaats van tegenover elkaar, we aan alle kanten ontzettend veel tijd, geld, grijze haren en stress hadden voorkomen.
Terug naar de reis naar huis! Want toen er eenmaal getankt was (met wat hulp van mijn tankbuurvrouw gelukt!), reed ik in een streep naar huis, want ook mijn kinderen wilden de bus graag zien. We hebben er een feestje van gemaakt. We hebben de lift uitgeprobeerd, genoten van de ruimte in de bus en het niet meer raar hoeven bukken of de rolstoel hoeven kantelen om binnen te komen. We hebben een stuk gereden (met drie extra rondjes over de rotonde), taart gegeten en uiteindelijk samen onze eigen sticker achterop de bus geplakt om 'm écht van ons te maken.
En mijn rug? Die is er ook heel blij mee! Eindelijk kan nu ook dit dossier weer in de kast, in de wetenschap dat het dossier Middelbare School nu écht aan de beurt is. Tegelijkertijd ook met de angstige gedachte: Fijn dat deze bus er na jarenlange strijd is, maar wat gaat dit betekenen voor de volgende aanvragen?