Omgaan met emoties
Bij wie vind jij steun en begrip? Voor momenten dat je hulp nodig hebt, of als de zorg confronterend is? Zorgen voor een ander kan zwaar zijn.
Bijna iedereen stelt zich van tijd tot tijd dan ook de vraag ‘Wat als ik het niet meer kan?’.
Binnen dit thema bespreken we:
Bij ieder onderwerp vind je ook een lijst van handige tools.
Levend verlies
Als naaste doe je er vaak alles aan om je familielid gelukkig te maken en mee te laten doen. En wanneer je mijlpalen ziet bij anderen, zoals naar school gaan, op kamers gaan of een gezin beginnen, kun je er verdrietig over zijn dat jouw naaste dat niet zal meemaken. Je rouwt dan omdat het allemaal anders gaat dan dat je hoopt. Dit wordt wel levend verlies genoemd.
In deze tool...
gebruiken we de volgende iconen ->
Vaak kun je verder lezen op een andere plek,
klik dan op het pijltje ->
Hulp vragen is moeilijk
Als naaste wil je jouw familielid het liefst behoeden voor verdriet en het zo fijn mogelijk maken voor iemand. Dat is ook wat je wenst als je het zelf niet meer kan.
‘Onze zoon woont nu al meer dan twintig jaar in die zorginstelling. En hij heeft mensen om zich heen die nooit bezoek krijgen en een heel saai en eentonig leven hebben. We zijn er bang voor dat dit bij hem ook zo zal gebeuren.’ (vader, 64 jaar)
Misschien wil je anderen liever niet om hulp vragen en hen tot last zijn. Daarom los je vragen liever zelf op. Anderen hebben immers hun eigen leven, wonen ver weg of laten niet blijken dat ze zouden willen helpen. Misschien wil je als ouder niet aan je andere kinderen vragen of zij een rol willen spelen in het leven van hun broer of zus met een beperking. Andersom kan het ook zijn dat je als broer of zus het gevoel hebt dat je ouders je niet betrekken bij de zorg, terwijl je dit wel wilt. Als hierover wordt gepraat, blijkt soms dat naasten de zorg wél willen delen of dat anderen juist graag helpen.
‘Ik had het met mijn zoon over de toekomst van zijn broer. Toen zei hij: “Dan ben ik er toch?” Dat had ik dus nooit verwacht. Ik heb altijd gezegd dat ik mijn kinderen niet wil opzadelen met de zorg voor hun broer. Dus ik vroeg er niet naar. Maar nu hebben ze allebei gezegd dat ze betrokken willen blijven.’ (moeder, 49 jaar)
Het is voor veel naasten moeilijk om aan te geven dat ze anderen nodig hebben om er op een goede manier voor hun familielid te kunnen zijn. Misschien voel je je schuldig omdat je het idee hebt dat je jouw familielid in de steek laat of schaam je je omdat je het als naaste niet volhoudt. Als je aangeeft dat je het nu of in de toekomst niet meer kan, laat je jouw kwetsbaarheid zien. Dit gevoel hebben veel naasten. Je hoeft je hier niet voor te schamen, dit kan en mag er ook zijn.
‘Je wilt het allemaal alleen doen, je wilt niemand lastigvallen. Ik heb echt moeten leren om hulp te vragen. Je moet jezelf kwetsbaar opstellen en accepteren dat je andere mensen nodig hebt.’ (moeder, 69 jaar)
Door hulp te vragen ontstaat openheid over de situatie en wordt het mogelijk om erover te praten. Misschien komt er op die manier meer ruimte om samen te kijken naar het beste antwoord op de vraag ‘Wat als ik het niet meer kan’.
Steun en begrip
Als de situatie moeilijk is en je zwaar valt, schuif je de vraag ‘Wat als ik het niet meer kan’ wellicht voor je uit. Je weet wel dat je er iets mee zou moeten doen, maar je doet dat nog niet en ervaart misschien drempels. Of je ontkent het en laat niet merken hoe moeilijk je het soms hebt.
‘Als we erover praten, lachen we het soms een beetje weg. Mijn kinderen zeggen dan: “Word jij maar gewoon honderd!” Ik probeer het ook een beetje weg te houden. Een broer met een beperking is voor hen heel lastig geweest. Maar als ik zie dat mijn andere zoon eronder lijdt dat het niet goed gaat, dan zeg ik: “Joh, ik red het wel, het gaat wel.” Of: “Het valt wel mee.” Ik vind namelijk dat hij gewoon zijn leven moet kunnen leiden.’ (moeder, 68 jaar)
Als je het onderwerp vermijdt door erover te zwijgen of door druk bezig te zijn, kun je je eenzaam voelen. Je deelt je zorgen niet met anderen en dat kan het gevoel versterken dat je er alleen voor staat. Steun en begrip van anderen kunnen helpen om je minder alleen te voelen en je taak te verlichten. Familieleden, vrienden, vrijwilligers, lotgenoten of buren kunnen soms inspringen of je helpen door bijvoorbeeld (tijdelijk) de zorg over te nemen, op te passen, of een dagje uit te gaan met je familielid.
Soms heb je zelf niet in de gaten wat je allemaal doet. Het is dan prettig als anderen aan de bel trekken wanneer ze denken dat het niet goed gaat met je en wanneer zij denken dat je jouw grenzen overschrijdt.
‘Vriendinnen wezen mij erop dat het niet goed met mij ging. Dat zag ik eerst zelf helemaal niet, ik had me zo in die zorg vastgebeten.’ (dochter, 21 jaar)
Vergaande verantwoordelijkheden kunnen op je relatie drukken, op je gezin, vriendschappen, werk en op je welzijn. Je kunt spanningen ervaren in je relatie met je partner of in het gezin. Je houdt door alles minder tijd over voor contact met anderen en daardoor kan je netwerk kleiner worden Op deze pagina helpen we je om je netwerk in kaart te brengen..
‘Ik moet bij mijn kind op bezoek. Ook al ben ik ziek of komt het niet uit. Anders laat ik haar als moeder in de steek. Ik weet dat de mensen om me heen zeggen: “Dat is niet zo, je bent er voor haar.” En ik merk dat mijn man daar ook heel anders in staat. Dat vind ik erg moeilijk.’ (moeder, 52 jaar)