Herkenbaar
“Hé.. hallo…! Ja nu zie ik het, hallo! Hoe gaat het?” Het duurde een paar seconden, maar toen herkenden we elkaar. Onze dochters hebben op dezelfde instelling gezeten. We kenden elkaar van de ouderavonden. We praatten bij, zoals je dat doet met ouders die je via je kind kent. Op weg naar huis bedacht ik me wat er nou anders was geweest aan dit bijpraten.
Het was aan het eind van een feestje waar meer mensen waren geweest die ik via mijn kind ken (alleen dan via het “gewone” kind). We hadden gelachen en gedeeld hoe het met onze kinderen was, met ons en met onze levens. Zoals je dat doet met ouders die je via je kind kent. En toen, al na twaalven, op weg naar buiten, op de drempel ineens die ontmoeting met die andere ouder. Ook haar ken ik via een van mijn kinderen. Alleen nu via mijn andere kind, mijn gehandicapte dochter. Ook wij praatten bij. Maar dat ging toch net even anders.
Normaal heb ik een soort rond verhaal met optimistische kijk richting toekomst (ja het gaat goed, we zijn het jaar goed begonnen, ons mannetje doet het goed op school, net als ons vlindertje, nu ook zorg thuis, dat was hoognodig, de spanning was te hoog opgelopen, maar we zijn weer op de goede weg). Maar bij die andere ouder gaat dat dus niet. Het klopt gewoon niet.
Het gekke is dat ik deze moeder helemaal niet goed ken, en toch stonden we allebei in no time met tranen in onze ogen. Ze raakte me toen ze precies dezelfde metafoor gebruikte als ik laatst bij een lezing had gedaan. Over hoe het voelt. “En dan hangt daar altijd die donkere wolk. Soms dichtbij, soms wat verder weg, maar hij is er altijd.”
Ja, zo voelt het. Een donkere wolk, altijd aanwezig. Nooit even los. Wat voelt het goed als iemand dat even benoemt.
Iemand die hem ook heeft hangen, die wolk.
© Leontien Sauerwein (www.leontiensauerwein.com)