Wonen, werken, leven: hoe bereid je je voor op de toekomst van je kind?
Wanneer je kind ouder wordt, schuiven er langzaam nieuwe vragen je leven binnen. Eerst onzichtbaar, dan steeds nadrukkelijker. Waar gaat hij of zij straks wonen? Hoe ziet werk of dag invulling eruit? En misschien nog wel belangrijker: hoe blijft je kind meedoen in de maatschappij, plezier maken, zichzelf ontwikkelen?
Tijdens een gesprek met ouders en professionals werd duidelijk hoe deze drie thema’s – wonen, werken en leven – niet los van elkaar staan, maar samen een soort driehoek vormen. Het één kan niet zonder het ander.
Wonen: oefenen met loslaten
Voor Anouk, moeder van Stan van twaalf, voelt de toekomst soms ineens heel dichtbij. Stan startte dit jaar op het voortgezet speciaal onderwijs. “Op de basisschool dacht ik er nog niet zo over na. Maar nu vraag ik me af: blijft hij bij ons wonen, of moet ik straks al eerder naar een andere plek kijken?”
Dat vooruitkijken is spannend. Veel ouders krijgen van hun omgeving te horen dat ze nog tijd genoeg hebben, maar in de praktijk kost het traject richting een woonplek vaak jaren. Juist daarom starten scholen als het Prisma College in Arnhem vroegtijdig het gesprek. Directeur Marc Klapwijk legt uit: “Wij zijn maar een tijdje in het leven van jullie kinderen. In die periode willen we betekenisvol zijn. Daarom hoort het erbij om samen met ouders te kijken naar wat er ná schooltijd komt, en daar stap voor stap naartoe te groeien.”
Die stappen zijn soms klein: een logeerweekend, naschoolse opvang, of een dag proef draaien bij een voorziening. Maar ze helpen ouders en kinderen om te wennen aan het idee dat er ooit een dag komt dat wonen niet meer vanzelfsprekend thuis is.
Werken: wat kan wél?
Voor ouders kan het thema werk net zo beladen zijn. Gerritjan, vader van Rai met het Cornelia de Lange syndroom, herinnert zich hoe moeilijk het was toen hij voor het eerst de vraag kreeg: “Wat wil hij later worden?” “Ik dacht: wat een rare vraag. Voor mij was Rai gewoon mijn kind dat zorg nodig had. Maar leerkrachten lieten zien dat er tóch mogelijkheden waren. Dat gaf ons hoop.”
In het (voortgezet) speciaal onderwijs is ‘werken’ vaak een breed begrip. Het kan gaan om een betaalde baan, maar ook om vrijwilligerswerk of dagbesteding die structuur en zin geeft. Marc ziet dat de voorbereiding vooral zit in praktische vaardigheden: op tijd komen, communiceren, omgaan met teleurstellingen. “Dat zijn dingen waar je in werk of dag invulling je hele leven iets aan hebt.”
Leven: plezier en meedoen
En dan is er nog de derde hoek van de driehoek: leven. De dingen die een bestaan kleur geven. Sport, muziek, kunst, vrienden maken, onderdeel zijn van een groep. Nico Teunissen, hoofd Sport & Cultuur bij De Onderwijsspecialisten, ziet dagelijks wat dit betekent. “Kinderen herinneren zich later niet hoeveel rekensommen ze maakten. Ze herinneren zich het toneelstuk waar ze in speelden, de sportwedstrijd waar ze trots op waren. Dáár groeit hun zelfvertrouwen.”
Ook Anouk herkent dat. Voor Stan zijn creatieve vakken minstens zo belangrijk als taal en rekenen. “Daar zie ik hem stralen. Dat is net zo waardevol als alles wat hij op school leert.”
Een driehoek in balans
Het mooie van dit gesprek is dat ouders en professionals elkaar vinden in hetzelfde verlangen: een toekomst die niet alleen draait om een dak boven je hoofd en een dagprogramma, maar ook om plezier, groei en meedoen. Wonen, werken en leven versterken elkaar. Een fijne woonplek geeft rust om te leren en te werken. Zinnig werk of dagbesteding geeft ritme en eigenwaarde. Sport en cultuur geven vreugde en sociale contacten.
Samen vooruitkijken
Voor ouders blijft het vaak een zoektocht: hoe bereid je je kind voor, zonder jezelf te verliezen in zorgen? De rode draad is steeds hetzelfde: begin vroeg, zet kleine stappen, en zie school als bondgenoot. Zoals Gerritjan zegt: “Onderwijs is nooit te hoog gegrepen. Voor ieder kind is er iets mogelijk.”
Dat vraagt soms om moed, om een rouwproces waarin je telkens afscheid neemt van beelden die je had, en tegelijk ruimte maakt voor nieuwe mogelijkheden. Maar ouders hoeven dat niet alleen te doen. Scholen, zorgprofessionals en ervaringen van andere ouders kunnen juist helpen om de driehoek van wonen, werken en leven samen in balans te brengen.
De mensen achter dit gesprek
Anouk Meelhuysen – moeder van twee zonen, waarvan één een zeldzame aandoening heeft. Stan, haar jongste, is net gestart op het VSO. Anouk is mede-oprichter van Bijzonder in Arnhem, een netwerk voor ouders van zorgkinderen.
Gerritjan Koekkoek – vader van Rai, inmiddels volwassen en geboren met het Cornelia de Lange syndroom. Gerritjan is directeur van WaihonaPedia, een internationaal platform voor kennisdeling tussen ouders van kinderen met zeldzame aandoeningen.
Marc Klapwijk – directeur van het Prisma College in Arnhem, een VSO-school binnen De Onderwijsspecialisten. Marc zet zich in om onderwijs breder te maken dan rekenen en taal: voorbereiden op wonen, werken én leven.
Nico Teunissen – hoofd Sport & Cultuur bij De Onderwijsspecialisten. Vanuit sport en cultuur ontwikkelde hij programma’s die leerlingen helpen grenzen te verleggen en plezier te ervaren.