Zelf rijden
Lieve Walter.
Zwemmen is met afstand de beste therapie voor je spieren. Twee keer per week ga jij in het We hadden het zo mooi voor je bedacht. Een stukje zelf rijden over het terrein, helemaal op eigen kracht, en met een beetje E-ondersteuning in je rolstoel zou je zo nu en dan een “eigen rondje’ mogen doen. Het begon met de reis van en naar dagbesteding. Iedereen vond het wel een beetje spannend, maar het ging goed, je rolt netjes van A naar B en omgekeerd in de middag. Autonomie, zelf doen, eigen regie, niet meer wachten tot de rest van de groep klaar is. Vorig jaar leek dit zo ver weg, je liep zo moeilijk en de valkans was zo groot dat we het nooit hebben aangedurfd om je alleen te laten gaan, en zelfs met begeleiding ging het nog zo vaak mis, je viel je knieën kapot en zelfstandig opstaan was er allang niet meer bij.
Je rolstoel bood uitkomst. Op twee grote en twee kleine wielen leek je wereld ineens een stuk groter en minder gevaarlijk. Je vraagt er zelfs om: zelf rijden, alleen. Ik kan me zo voorstellen hoe je geniet van je vrijheid. Zelf kunnen gaan in een leven waar alles in structuur staat, waar je altijd moet wachten. Wachten op eten, op de ander, op hulp, op begeleiding, altijd een ander die beslist wat, waar en hoe je pad gaat. Zelfs als er gewandeld wordt in groepsverband moet je wachten. Je gaat dan demonstratief rondjes draaien totdat de wandelclub weer compleet is.
En dan ineens mag je zelf een “klein rondje doen”. Het gaat even goed maar dan kies je de wijde wereld van de Amerpoort. Je verdwijnt op het terrein en de begeleiding zoekt en vind je bij de boerderij. Je zit smakelijk mee te doen met de kalkoenen en begrijpt niet zo heel veel van alle commotie; er is toch niets verkeerd gegaan? Je kent het terrein op je duimpje, en op zondagmiddag ontwijken we de route die van het terrein afgaat, we komen niet in de buurt van de slagboom. Wetend dat jij geen eigen wegen gaat zie ik er niet zoveel gevaar in dat je een beetje je eigen gang gaat; begeleiding denkt daar anders over. Ze zoeken je op en je lacht hun zorgen weg op je eigen manier “ben stout geweest” zeg je, met een lach van oor tot oor. Op je favoriete plekje van het terrein, dicht bij de boerderij. Dichtbij de dieren omdat je het daar zo fijn vindt. Vanuit de woning komen de vragen of je nog wel zelfstandig een eigen rondje mag gaan doen, je jaagt iedereen schrik aan als je zolang weg blijft. Voor jou geen rondje recht-toe-recht-aan, je wilt je eigen weg gaan, je eigen route rijden. Soms in een rechte lijn, maar steeds vaker in allerlei kronkelroutes, via weggetjes die je goed kent. Ik stel voor dat je je een beetje aan de regels gaat houden, en in ieder geval niet je begeleiders gaat uitlachen als ze je weer eens ergens van het terrein moeten plukken.
En heel stiekem ben ik trots op je, omdat je een stukje van je eigenheid laat zien, van de eigenwijze vent die je bent, van je karakter om je eigen weg te gaan, en ook omdat je “stout” bent zoals je dat zelf zegt. Stiekem vind ik stout stoer, echt wel…… maar niet teveel stout/stoer want dan mag je straks de deur niet meer uit en heb je huisarrest:)
©Ada Hollenberg (Daatjes)