Noud Roelen: leefwereld boven systeemwereld
“De beleidswerkelijkheid is soms eendimensionaal. Je hebt verhalen nodig om te begrijpen wat cijfers níet vertellen,” zegt Noud Roelen. Hij is raadslid voor de SP in Arnhem en docent in het voortgezet onderwijs. In zijn werk keert hij telkens terug naar dezelfde vraag: wat betekenen onze besluiten voor een échte inwoner, op een échte dag, in een échte stad?
Daar krijgt politiek betekenis
Wie ooit een gemeenteraadsvergadering heeft gevolgd, herkent de stroom aan documenten: rapportages, dashboards, halfjaarlijkse evaluaties met keurige gemiddelden. Noud kent ze door en door. Hij leest ze, stelt vragen… maar hij gelooft pas dat hij de kern te pakken heeft wanneer er iemand tegenover hem zit die vertelt wat die cijfers niet vangen. Een ouder over leerlingenvervoer dat op papier een 7,8 scoort, maar in de praktijk zorgt voor onrustige ochtenden en gemiste lessen. Een kind dat niet mee kan doen in de speeltuin. Een gezin dat de Sint‑intocht overslaat omdat er simpelweg geen plek is om het goed te volgen vanuit een rolstoel, of omdat de prikkels te veel zijn.
Het is precies op dat snijvlak, zegt hij, dat politiek betekenis krijgt: waar systeem en leefwereld elkaar kruisen. Bij het maken van beleid is het verleidelijk te vertrouwen op wat in cijfers is vastgelegd. Terwijl achter elk getal een verhaal zit. Juist daarom is het zo van belang om ervaringen te horen van de mensen — en kinderen — zelf.
Leerlingenvervoer
Een dossier dat de spanning tussen papier en praktijk haarscherp laat zien, is het leerlingenvervoer. De weg van besluit naar uitvoering lijkt keurig: er is aanbesteed, er zijn afspraken, er komen kwartaalrapportages. Toch is dit precies de plek waar gezinnen nog te vaak vastlopen. Routes die op de spreadsheet logisch lijken, blijken in het leven van een kind lang en vermoeiend. Vertragingen die statistisch meevallen betekenen in de klas toch een gemiste start. En zelfs de basale vraag wat een kilometer kost, of wat één kind gemiddeld kost, blijkt verrassend lastig te beantwoorden. Zolang je dat niet weet, zegt Noud, is het moeilijk om kindvriendelijke alternatieven te bedenken.
Dat woord ‘alternatief’ is belangrijk. Het gaat hem er niet om dat schuldigen worden aangewezen. Het gaat erom ruimte te maken voor oplossingen die wél werken. Soms zit het in een andere route, soms in één vast aanspreekpunt dat belt zodra er structureel iets misgaat — altijd in het serieus nemen van wat een gezin ervaart.
Inclusie is geen etiket
Over het gewicht van woorden is Noud uitgesproken. Inclusie is geen etiket voor op de website; inclusie is een afspraak. En afspraken regel je aan de voorkant. Dan hoef je achteraf niet te praten over uitzonderingen of ‘of het nog ergens uit kan’: dan ís het geregeld. Zo simpel, en zo lastig tegelijk.
Arnhem leerde de afgelopen jaren wat dat in de praktijk vraagt. De stad begon met verleiden: meedenken, training aanbieden, voorbeelden laten zien. Inclusie als een avontuur dat we samen aangaan. Eerst spannend, later vanzelfsprekend. Het lijken soms kleine stappen, maar als voldoende partijen in de stad die kleine stappen zetten — van festival tot sportactiviteit, en van speeltuin tot toegankelijk gebouw — verandert de beleving van een hele stad. Het maakt zichtbaar dat “iedereen welkom” meer is dan goede bedoelingen.
Noud wil dat soort keuzes verankeren. Niet om streng te zijn, wel om eerlijk te zijn over wat nodig is. Symboliek is mooi en belangrijk, maar ze vervangt nooit de drempel die fysiek weg moet, de tolk die geboekt moet worden, of het geld dat je structureel reserveert. “Als je inclusie echt belangrijk vindt,” zegt hij, “moet je ook durven investeren. En vooral: je moet het aan de voorkant regelen.”
Samenwerken met ouders
Zijn rol als raadslid ziet hij letterlijk als volksvertegenwoordiger. Dat begint met luisteren en gaat verder met het geven van een podium. De eerste keer dat je op dat podium gaat staan is spannend. Wat zullen anderen over me denken? Ben ik de enige die dit zo ervaart? Ouders die inspreken voelen die spanning, en ze zijn bovendien afhankelijk van gemeente, hulpverleners en loketten. Noud herkent die aarzeling. Toch is zijn ervaring bijna altijd dat één verhaal voor velen spreekt. Als iemand zegt wat schuurt, horen anderen: dit is ook van mij. Dan wordt een losse ervaring een patroon waar politiek mee aan de slag kan.
Wie als ouder in een andere gemeente stappen wil zetten op inclusie, hoeft niet te wachten op een groot plan. Begin met een avond vol verhalen. Nodig raadsleden, ouders, jongeren en professionals uit om te vertellen wat werkt en wat schuurt. Zodra je de leefwereld en de beleidswereld aan elkaar koppelt, blijkt er verbazend veel mogelijk. Beleidsstukken zijn noodzakelijk — ze geven taal en richting — maar zonder de mens naast het stuk blijft het dun. “Er hoort iemand te zitten die kan zeggen: zo voelt het, zo werkt het, en zó kan het beter.” Dat is geen tegenstem tegen beleid; het is de stem die beleid tot leven wekt.
Tips van Noud:
Vertel wat cijfers niet laten zien: Cijfers overtuigen, maar verhalen raken. Vertel wat die rapportcijfers in het echte leven betekenen voor jouw kind of gezin — dát blijft hangen bij raadsleden.
Denk mee in oplossingen: Politiek zoekt handelingsperspectief. Laat zien wat wél werkt, ook in het klein. Zo help je de raad van incident naar structurele verbetering.
Regel inclusie vooraf: Wacht niet tot iets misgaat. Vraag bij nieuwe plannen direct: hoe is dit geregeld voor kinderen met een beperking? Zo voorkom je uitzonderingen achteraf.
Durf je verhaal te delen: Inspreken of meedoen aan een gesprek kan spannend zijn, maar jouw verhaal spreekt vaak voor velen. Eén stem kan een patroon zichtbaar maken.
Zoek ontmoeting: Organiseer of sluit aan bij bijeenkomsten waar ouders, raadsleden en professionals elkaar ontmoeten. Daar ontstaat de brug tussen leefwereld en beleid.