Schouders
Kind & Ziekenhuis
  • MENU
Anders dan 'normaal'
Passend onderwijs
Werk en dagbesteding

Wat als ik het niet meer kan

Als naaste kun je verschillende redenen hebben om stil te staan bij de vraag ‘Wat als ik het niet meer kan?’. Bijvoorbeeld omdat (een deel van) de zorg te veeleisend wordt en het (zonder professionele hulp) thuis echt niet meer gaat. Of omdat je ouder wordt en je gezondheid minder wordt. Als zus of broer kun je je afvragen wat het voor jou betekent als je ouders het niet meer kunnen doen. Als jonge ouders sta je mogelijk stil bij de vraag welke zaken je nu al kan en moet regelen om overbelasting te voorkomen, om te zorgen dat je kind met meer mensen wordt omgeven en met het oog op de toekomst. En als kind van een ouder met een beperking vraag je je wellicht af wie de zorg over kan nemen als je het huis uitgaat.

Naast bovengenoemde redenen zijn er natuurlijk nog veel meer redenen en situaties om jezelf deze vraag te stellen. We hopen je op deze pagina's een handreiking te bieden om jouw antwoord op deze vraag te vinden. Daar waar we spreken over ouder, broer, zus of kind kun je ook andere rollen lezen. Voorbeelden die gaan over een specifieke rol of situatie zijn bedoeld ter inspiratie, hoewel deze wellicht niet volledig op jouw situatie van toepassing is hopen we dat je herkenning vind in de verhalen van anderen die voor deze vraag staan.

Binnen dit thema bespreken we:

‘Dit is natuurlijk een onderwerp dat ons aan het hart gaat. We worden ook wat ouder. Mijn zoon heeft een intensieve zorgvraag. Ik denk dat wij hem over een jaar of tien niet meer naar huis kunnen halen. Hij valt regelmatig en je moet hem dus kunnen optillen. Je moet hem in bad doen en eigenlijk ook weer uit bad tillen. Je moet hem helemaal verzorgen en heel alert zijn. Ik denk dat we dat over een jaar of tien niet meer kunnen.’ (vader, 64 jaar)

Wie ben je ?

Als naaste zorg je vaak jarenlang thuis voor je familielid. Ook als je kind, broer, zus of ouder in een instelling of woonvoorziening verblijft, blijf je in veel gevallen betrokken als belangrijkste persoon. Het is dan ook niet vreemd dat je je soms afvraagt hoe het verder zou moeten zonder jou. Ook als leeftijd nog geen rol speelt kun je je afvragen hoe het verder moet. Bijvoorbeeld wanneer je ziet dat de zorg erg ingewikkeld is of wanneer je in je gezin de zorg niet meer aan dreigt te kunnen. Je vraagt je misschien af: Kan en wil ik het overnemen, of dit nog voor langere tijd blijven doen? Kan ik de zorg delen met een instelling? Zouden anderen in mijn omgeving willen helpen? In gezinnen kan over deze vragen worden gepraat, maar dat gebeurt lang niet altijd. Op deze pagina helpen we je om je netwerk in kaart te brengen.

‘Als ik het straks niet meer aankan, of als ik echt uitval met een burn‐out, dan kan ik niemand meer helpen. Daar is het uit voortgekomen dat ik over de vraag ben gaan nadenken. Ik doe het voor mijn broer. Maar uit zelfbescherming moet ik checken of er andere wegen zijn. Of ik het kan dragen. Kan ik alle balletjes in de lucht houden of moet ik toch een balletje aan de kant leggen?’ (zus, 31 jaar)

 Soms ben je geen familie, maar ben je erg betrokken geraakt bij iemand met een beperking. Als vriend deel je soms een lange geschiedenis met de persoon met een beperking. Vaak was er niemand anders die de zorg en ondersteuning kon bieden of wilde de persoon in kwestie niet dat de familie die rol zou hebben. Als vriend heb je daardoor zo’n hechte band gekregen, dat je jezelf beschouwt als naaste familie.

Meer lezen

Wil je meer lezen over ondersteuning die er voor jou is bij het zorgen voor je naaste? Kijk dan ook eens op deze sites:

Niet loslaten maar anders vasthouden

Er kunnen verschillende momenten zijn waarop de vraag ‘Wat als ik het niet meer kan?’ meer op de voorgrond komt te staan. Zo’n moment kan zijn dat je meer tijd wilt of nodig hebt om iets anders te realiseren voor jezelf. Je staat je misschien niet toe om zo te denken, maar er kan een moment zijn dat er iets moet gebeuren om meer balans te krijgen, je eigen leven op te pakken, je gezondheid voor te laten gaan of tijd te hebben voor andere gezinsleden. Op deze pagina lees je meer over het moment waarop je over deze vraag na kunt gaan denken en hoe je dit aan kunt pakken.

‘Als ik het goed zou kunnen regelen, dan krijg ik echt tijd. Tijd voor mezelf. Want nu heb ik constant vreemde mensen aan huis, de begeleiders. Een paar komen er al wel enkele jaren, maar ik heb er wel elke dag rekening mee te houden. Ik ben altijd bezig. Je hebt dan je handen eens een beetje vrij. Ik word straks oma en daar kijk ik enorm naar uit. En ik zou nu geen tijd hebben voor mijn kleinkind en dat wil ik straks wel hebben. Dat verdient mijn andere dochter ook. En dan moet ik het wel anders aanpakken, want anders lukt dat niet.' (moeder, 61 jaar)

Bij de vraag wat er moet gebeuren als je het niet meer kunt, denken veel naasten aan het overdragen van (een deel van) hun taken en verantwoordelijkheden aan anderen. Dat betekent niet dat je je familielid loslaat. Je gaat als naaste een andere plaats innemen in het leven van je familielid. Andere naasten spreken hierbij ook wel over anders vasthouden. Emotioneel is dit voor jou als naaste mogelijk een moeilijk proces. Hoe je om kunt gaan met deze emoties lees je hier.

‘Onze andere kinderen gaan het huis uit en onze zoon dus ook. We hebben ervoor gekozen dat hij gaat wonen in een instelling waarvan wij denken dat het hem goed zal doen. En gelukkig is deze keuze goed uitgepakt. Maar dat loslaten is wel erg moeilijk. Je kunt dat rationeel beoordelen, maar die emotie speelt gewoon een geweldige rol.’ (vader, 74 jaar)

Vertrouwen hebben in anderen

Je bent als naaste nauw betrokken bij het leven van je familielid. En je wilt er graag op kunnen vertrouwen dat het ook in de toekomst goed zal gaan. Je weet meestal heel goed dat het in de toekomst niet precies zo zal gaan als het altijd ging. Je realiseert je dat anderen het anders zullen doen. Belangrijk is dat anderen het op hun manier óók goed doen en dat het goed zal gaan met je familielid. Hier lees je meer over hoe je zaken kunt vastleggen.

‘Wij hebben in coronatijd eigenlijk pas gemerkt dat ons kind zo kon communiceren dat iedereen in zijn omgeving weet wat hij nodig heeft. Met een team met ook nieuwe mensen die zijn komen werken in die tijd, terwijl wij er niet waren. We zijn daar heel gelukkig mee. Dat heeft ons veel vertrouwen gegeven in het team, maar ook in ons kind. Hij kan dus drommels goed vertellen wat hij nodig heeft, want hij is gelukkig en mensen begrijpen hem.’ (moeder, 54 jaar)

De vraag ‘Wat als ik het niet meer kan?’ is een moeilijke vraag voor alle naasten. Je ervan bewust worden, erover praten, beslissingen nemen en afspraken vastleggen kunnen rust geven.

Ook als je het hebt geregeld hebt kunnen er nog vragen de kop opsteken. Gaan ze het wel doen zoals je met hen hebt afgesproken? Doen ze het wel echt? Hoe gaat het verder met de gezondheidszorg? Doen ze het wel met hun hart? Vaak ligt er verdriet aan de basis van dit soort vragen. Op deze pagina lees je meer over het thema Levend Verlies. Verdriet dat mensen al hun hele leven met zich meedragen en dat niet overgaat als is besproken en vastgelegd wat er gaat gebeuren als je het niet meer kan. Maar het kan wel rust geven als je iemand verzorgd achterlaat, zowel financieel, qua zorg en welzijn als op al die andere belangrijke levensdomeinen. Je hoeft het niet los te laten, maar het is fijn om het te kunnen laten rusten.

‘Als je het regelt, krijg je een stukje gemoedsrust. Als je het niet doet, dan heb je een onrustig gevoel van: nou, jongens hoe gaat dat straks? En je maakt je natuurlijk altijd meer zorgen over een kind met een verstandelijke beperking dan over je kinderen die zijn uitgevlogen en hun eigen leven hebben. Het geeft rust. Gemoedsrust. Ik hoef me geen zorgen te maken als ik het straks onverhoopt zelf niet meer kan.’
(vader, 74 jaar)

---

‘Het is tijd om aan mijn eigen leven te beginnen, op kamers gaan. Ik vind het spannend om mijn moeder achter te laten maar realiseer me ook dat ik aan mezelf moet denken. Toch zal ik altijd blijven zorgen, alleen nu op afstand. Gelukkig blijf ik in de buurt wonen. Zo ben ik altijd dichtbij. Maar wat als ik straks een eigen gezin heb? (dochter 21 jaar)

Tools

Ervaring

Ouder van mijn ouders

Ervaringsverhalen van kinderen die zorgen voor hun ouder kun je lezen op de website Ouder van mijn ouder.